Pubertijd
Avondmaal aan de dis bij Moeder Natuur en Vadertje Tijd. “Er zitten niet veel ballen in de soep”, moppert Vadertje Tijd. Moeder Natuur blijft stil. “Is er wat?”, vraagt Vadertje Tijd. Moeder Natuur zucht eens diep. Met twee van haar kinderen, Dier en Plant, zijn er geen problemen. Het is haar derde en jongste kind, Mens, dat haar zorgen baart. “Mens maakt er de laatste tijd een rommeltje van”, zegt ze.
“Hoe bedoel je dat? Het is een druk kind, dat klopt. Maar zoveel is er toch niet hand? Het is de pubertijd”, antwoordt Vadertje Tijd terwijl hij de soep naar binnen lepelt.
Pestkop
Moeder Natuur verdwijnt naar de keuken om de aardappels, de bloemkool en het vlees op te halen. Als ze weer aan tafel zit vervolgt ze. “Ik krijg steeds vaker van Plant en Dier te horen dat Mens ze onnodig plaagt. Het is echt een pestkop geworden. Plant en Dier laten alles maar over zich heen komen, ze spreken nooit eens op. Mens maakt daar misbruik van.”
Vadertje Tijd: “Ach, het is de leeftijd. Wij zijn ook jong geweest. Laat het maar even. Als het te gek wordt, kunnen we altijd nog ingrijpen. Het komt wel goed met Mens.”
Moeder Natuur haalt nog eens diep adem. “Jij wilt niet zien dat Mens er een puinhoop van maakt. Mens houdt alles voor zichzelf en deelt nooit iets. Overal waar Mens komt gaat het fout. En het ergste is: Mens ruimt niets op en denkt nooit aan anderen. Het wordt tijd voor een ernstig gesprek. Als jij het niet doet, dan doe ik het.”
Ernst
Vadertje Tijd eet stilzwijgend voort. En ziet hoe Moeder Natuur met gezwinde pas wegbeent. Aan het gebonk van de voetstappen op de trap weet hij dat het ernst is. Er zwaait wat voor Mens.
De volgende ochtend, in de echtelijke sponde. Vadertje Tijd schrikt overeind. “Godsallemekraken! Moeder, wat heb je gedaan? Een beetje straf is goed, maar dit…. Was dat nou nodig? “
Moeder Natuur draait haar rug naar Vadertje Tijd. “Ja!”, klinkt het bits.