Mooie titel voor een boek: Wandelend door de Gondalaan. Dat doe ik dus regelmatig. En elke keer verbaas ik me weer over de asbestwerkzaamheden.
De bewoners van dat lieflijke straatje zitten nu al tijden verstrikt in rijplaten, hekwerken en schaftketen. En het had niet veel gescheeld of de mooie bomenrij voor hun deuren was ook nog eens omgezaagd.
Als je googelt op asbestsanering en Goor kom je bij een gemeentelijke webpagina waar gesproken wordt over ‘mogelijke’ gezondheidsrisico’s en ‘het sterke vermoeden dat’.
Is de asbest definitief verdwenen als de werkzaamheden zijn afgerond? Is de kans op longkanker echt zoveel kleiner geworden?
Poespas
Misschien word ik ooit op deze column afgerekend. Maar tot nog toe is er niemand geweest die me het gevoel heeft ontnomen dat er heel veel poespas is gemaakt over iets waarvan niemand zeker weet of het ook heeft geholpen.
De twijfel naar de manier waarop nu naar asbest wordt gezocht groeit. De resultaten van metingen verschillen. En er zijn partijen die baat hebben bij het aantreffen van asbest.
Het onderzoek naar een snelle en effectieve manier om asbest op te sporen is nog in volle gang. Wat nou als er over een paar jaar een bodemscan mogelijk is die alle asbestvezels tot een bepaalde diepte detecteert?
Omwoelen
Natuurlijk twijfel ik niet aan het gevaar van asbest. Ook ik ken het leed dat asbestkanker heet. Maar of veel tuinen omwoelen nou de oplossing is? Het ziet er in elk geval wel weer netjes uit, dat dan weer wel.
Al wandelend en kijkend vraag ik me oprecht af of dit hele circus nou nodig was geweest. Ik heb visioenen van directeuren van infrabedrijven die over twintig jaar lachend bij het haardvuur in dure villa’s zitten en mompelen: “wat waren ze toen gek in dit land”.